In de jaren dat ik in de zorgsector werk heb ik het nog niet heel vaak meegemaakt. Gelukkig maar, want ik word er razend van. Opgeteld heb ik tweemaal financiële uitbuiting meegemaakt en tweemaal huiselijk geweld, maar er blijven helaas ook veel dingen binnenshuis en ongezien. De casussen die ik heb meegemaakt, verdwijnen nooit meer uit mijn hersenpannetje.
Niet-pluisgevoel
Zeker de allereerste keer dat ik in contact kwam met huiselijk geweld zal nooit van mijn netvlies verdwijnen. Ik voelde al vanaf het begin een niet-pluisgevoel, zo’n gevoel in je hele lichaam dat aangeeft dat er iets niet klopt, maar waar je je vinger niet op kunt leggen. Dat gevoel bleef aanwezig en werd erger naarmate ik vaker bij dit echtpaar over de vloer kwam. Het ging om een echtpaar dat cognitieve gebreken vertoonde, hij erger dan zij.
Ze konden verbaal flink tegen elkaar uitvallen, ook wanneer wij van de wijkverpleging binnen waren. Het leek hun ‘normale’ manier van communiceren. Ze maakten elkaar uit voor van alles, om de kleinste dingen. Als zij bijvoorbeeld een glas water vergat te pakken waar hij zijn medicatie mee kon innemen, kon hij vanuit de ene hoek van de kamer volledig losgaan tegen haar. Waarna zij vanuit de andere hoek van de kamer precies hetzelfde deed. Tien minuten later stonden ze mij samen weer breed glimlachend uit te zwaaien wanneer ik vertrok. Ik kon er nooit helemaal mijn vinger op leggen of dit normaal was voor hen, of dit al twintig jaar zo ging, of dat dit ‘nieuw’ gedrag tegenover elkaar was.